Natuur Bramenstruik
Bramenstruik
Het pad waarop u loopt doorkruist een gebied dat vroege ontwikkeld is tot gebied voor intensieve landbouw. In westelijke richting, kijkend naar het dorp Lettele is dit nog steeds het geval. De grond wordt voornamelijk gebruikt voor de teelt van maïs.
Noordelijk loopt de Lettelerleide, dit is een watergang die door het Landgoed Oostermaet loopt. Deze watergang, die tot voor kort steile oevers had, is ondieper gemaakt en heeft aan één zijde een flauw oplopende oever gekregen. De maatregelen zijn uitgevoerd voor de waterhuishouding en ter bevordering van de natuurwaarden. Het is een gezamenlijk project van de Stichting IJssellandschapen het Waterschap Groot Salland.
In oostelijke richting is een grasland te zien dat intensief gebruikt werd, echter tegenwoordig braak ligt. Het doel is door middel van verschraling oorspronkelijke vegetatie in deze graslanden terug te krijgen.
Langs het pad loopt een smalle ondiepe sloot voor de afvoer van regenwater naar de Lettelerleide. De sloot is voornamelijk begroeid met bramenstruiken. Daarnaast zijn echter ook minder algemene voorkomende planten als Sint Janskruid en Rietorchis waargenomen.
De gewone braam (Rubus fruticosus) is een in heel Europa inheemse plant die met name voorkomt op voedselarme, lichtvochtige grond en dan vooral in overgangssituaties, bijvoorbeeld in bosranden of open plekken in een bos. De plant is een heester die 2 tot 6 meter hoog wordt.
De Braam behoort tot de rozenfamilie. De witte bloemen zijn meestal tweeslachtig met vijf kroonbladen en vijf kelkbladen. Elk jaar worden nieuwe stengels gevormd. Alleen de tweejarige stengels dragen vrucht, waarna deze afsterven. De bloei is van eind mei tot september en de bestuiving vindt plaats door insecten, met name bijen en hommels. Er zijn vruchten vanaf augustus.
Van de braam worden vooral de vruchten gebruikt. De vruchten zijn donkerblauw. Bramen hebben een zoete smaak en worden zowel vers gegeten als verwerkt in bijvoorbeeld bramenjam. Ook de bladeren van de braam kunnen voor consumptie gebruikt worden. Hiervoor moeten de bladeren, na het plukken, worden gedroogd op een droge en luchtige plaats. Hierna kan er van de gedroogde bladeren thee worden getrokken.
De braam is door zijn stekels redelijk beschermd tegen de vraat van grote grazers. Wanneer bramen de ruimte krijgen, overwoekeren ze snel veel ruimte. Rubus-soorten zijn waardplant voor een aantal (nacht)vlinders en bladetende insecten. Belangrijke schimmelziekten zijn roest en grauwe schimmel. Belangrijke plagen zijn de bramengalmijt (veroorzaakt rode-vruchtziekte), spintmijten en wantsen.
Auteur: Maurice Westerbeek
[ninja_form id=37]